De zeven minst wonderlijke dingen der wereld.

Op een goede dag besloot ik dat het nodig was om de wereld uit te balanceren. Als er de zeven wonderen der wereld bestaan, dan moeten  toch zeker ook de zeven minst wonderelijke dingen der wereld bestaan. Ik trok de wereld in op zoek naar dat wat niet of slechts in zeer geringe mate  wonderlijk was. Ik zag zoveel, maar van niets dat ik zag was het bestaan dusdanig voor de hand liggend dat het niet-wonderlijk genoemd kon worden. Er was niets dat ik zag dat zo logisch was dat het uit zichzelf kon worden verklaard. De bewegingsloze dans der bomen, het golfslagveld tussen land en water, de wolken die het water dragen, zijn, en uitstorten om het leven te geven, wanneer ik het wonder er niet in zag was dan was dat enkel omdat ik het eerder al had gezien, en mijn ogen had gesloten. Teneergeslagen keerde ik terug naar huis. Ik haalde het lege lijstje uit mijn broekzak, met de intentie het op te proppen, en te verwerpen. Nog eenmaal las ik de zeven woorden en riep een achtste; eureka!

Woorden halen het wonder uit de wereld, woorden maken het altijd nieuwe tot het reeds bekende. Geef het dezelfde naam en het ene ding wordt gelijk aan het andere. De mens is het dier dat denkt dat als hij dingen een naam geeft dat hij ze dan heeft begrepen; ‘natuurlijk weet ik wat dat is, dat is een appel’. Waarmee niets over het ding gezegd is, maar alleen iets over mij, en mijn appel idee.

Woorden beroven de wereld van het leven, maar ja, dat dit überhaupt kan is natuurlijk ook wel heel erg wonderlijk. Wat zijn woorden? Is een woord een benaming of een betekenis die je kan kennen? Hoe leer je ze kennen, en hoe krijgen ze hun betekenis? Hoe ontstaan woorden? Is een woord dat nog nooit eerder is gebruikt eigenlijk wel een woord? Ik sla een klank uit, en bedoel daar iets mee, maar hoe weet jij wat ik bedoel als die klank niet al een woord is? Beginnend bij de ‘a’ roep ik ‘aap’ en wijs naar een plaatje van een aap, (vreemd genoeg niet naar die zo overvloedige tweebenige, dat leggen we later wel een keer uit) ik doe dit een aantal keren, en intuïtief zal klank aan plaatje gekoppeld worden. En ooit zal ik misschien de hele familie van plaatjes waar je aap tegen kan zeggen begrijpen, ik zal ze nooit allemaal kennen, maar wel begrijpen aan de hand van andere namen, zoals ‘vacht’ en ‘slingeren’.

Maar hoe is het dan ooit begonnen, hoe hebben de eerste klanken betekenis gekregen? Waren het kreten die intuïtief, gevoelsmatig werden begrepen. De ene aap snapt de andere als deze ‘gevaar’ roept in de taal die ze delen. Maar als de intuïtie ten grondslag ligt aan taal, en taal op zijn beurt het fundament is van de ratio, is dan niet één van de meest belachelijke dingen denkbaar om de intuïtie te bagataliseren en de ratio te zien als een middel om tot begrip te komen? Maar ik dwaal af, al met al lijkt het me duidelijk dat ondanks dat ze afdoen aan het wonder, woorden opzich een wonder zijn. Ik laat het lijstje leeg.